Non Stop Jam-Sessie een niet te versmaden toetje - Haarlems Dagblad 18-8-1997
Slotdag Haarlem Jazzstad is een feestje in een feestje
Jamsessie zondagmiddag rond Dolf de Vries, rechts weggedoken achter zonnebril en keyboards. Links de solisten: Saskia Laroo, Hans Dulfer, Bert Boeren. In het midden aanjager Eddy Conard.
We waren al voldaan van de voorgerechten van woensdag en donderdag en de hoofdgerechten van vrijdag en zaterdag. Maar het toetje dat Haarlem jazzstad ons op de laatste zonovergoten zondag als vijfde gang voorschotelde bleek niet te versmaden. En dus lepelden we 'm leeg, hapje voor, hapje genietend. Van Saskia Laroo, Hans Dulfer, Eddy Conard, Ton op 't Hof, Frank Noya, Bart Boeren, Henk Sprenger en collegae. Allemaal op één podium.

Pianist Dolf de Vries leverde een tour de force om het Haarlemse jazzfeest een waardig slot te bezorgen. De voorgaande jaren had hij iets gemist, vertelde hij: de jamsessie. Dat gemis werd ingehaald. Vier uur lang werd Haarlem getracteerd op een jammend Neerlands neusje van de jazz-zalm. Non-stop denderde de 18-koppige jazztrein van De Vries door. Met jazz, funk, Braziliaanse ritmes, een uitgesponnen Lennon/McCartney-song en een zwoele Love me Tender - als muzikale ode aan de twintig jaar en een dag geleden overleden Elvis Presley. Over het repertoire kunnen we overigens kort zijn: er stonden maar acht nummers op het programma, één song per half uur. Het genot zat 'm in de eindeloos opgerekte solo's van een stel topmusici, het speelplezier, het immer stralende gezicht van Conard en de gein die de muzikanten onderling op het podium hadden.

Daarmee was de slotdag wat ze moest zijn. Het was een feestje in een feestje. Niet alleen werd het Haarlemse publiek op deze dag getracteerd, bovenal was het 't fuifje van de terecht tevreden organisatoren, medewerkers en muzikanten van de afgelopen dagen, die graag ontspannen afscheid kwamen nemen van de tent die vijf dagen lang het centrum van Haarlem domineerde. Niet voor niets klom Haarlems jazz-nestor Dé Kaart (die de afgelopen dagen zowel op het hoofdpodium als in diverse kroegen was te aanschouwen) om kwart voor zes met graagte nog even op de bühne om de laatste haltes van het jazztrein-traject mee te pikken. Niet voor niets blies een inmiddels op zijn laatste benen lopende presentator Rom Helweg met kinderlijk plezier een deun mee op zijn sax. Het publiek kwam ondertussen ogen en vooral oren te kort. Zonder dat er vooraf al te veel was afgesproken, vloeiden de ene virtuoos gespeelde solo in de andere over. De Haarlemse bassist Erik Schoonderwoerd in Stuff Like That hoog op de hals à la Stanley Clarke; de muzikale tweespraak tussen drummer Ton van 't Hof en percussionist Eddy Conard; de onderkoelde trompet van Laroo, de spierballenlicks van Dulfer; het warme geluid van Henk Sprenger's Gibson Les Paul - wie kon het wel allemaal vier uur lang bijhouden? "It's too hot to be standing still", riep Conard het publiek toe. En daarom kon er maar beter gedanst worden. Tot de laatste klappen van Haarlem jazzstad aan toe.
<< terug